De vrije fietser

Ter Apel - Nieuw Statenzijl en terug.


Een route van pak 'm beet 120 km, meest door Westerwolde en een deel door Reiderland. Van Ter-Apel naar Sellingen, van daar naar Bourtange, dan Bellingwolde, Oude- en Nieuwe Schans, Oude- en Nieuwe statenzijl. En dan weer terug.


Prachtig. Westerwolde is mooi. Heel vroeger een woud met moerassen (Bourtanger moor) dat in het westen van het Duitse Munsterland lag waar het deel van uitmaakte. Tegenwoordig door afwatering en afgravingen heel wisselend van karakter, van heidevelden tot landbouwakkers en grote bospercelen. Karakteristiek is ook de natuur rond de rivierloopjes van de "Ruiten-Aa" en de "Mussel-Aa" met een veelheid en verscheidenheid van Flora.

In Bellingwolde zie je veel van die grote protserige oog-uitstekende boerderijen. De een nog frivoler dan de ander. "Kijk toch eens hoe vreselijk goed ik het heb". Wat een zichtbare en hardvochtige tegenstellingen toen. Nou is dat anders. Veel van dat soort platteland-villa's kunnen niet meer onderhouden worden en raken in verval. Niet dat er tegenwoordig minder opzichtige gedrochten gebouwd worden, welnee. Het veel-teveel aan geld wordt nu besteedt aan neo-kitsch. Van die bouw-pakket-kastelen, zelf samengesteld volgens de instructies van gelikte bouwmarktfolders en in elkaar geflanst door handige Polen.

En dan Bourtange. Ooit een vesting, opgeworpen door een neef van Willem van Oranje om te voorkomen dat de Spanjaarden via de enige route die liep vanuit Duitsland naar de stad Groningen hun landgenoten aldaar konden bevoorraden. Over de enige zandrug in het beruchte Bourtanger moor (De Bisschopsweg, naar bisschop Bernhard von Galen (Bommenberend)). En om te voorkomen dat het moeras hier en daar droog zou vallen, stak men zo nu en dan doodleuk wat dijken door. Voor volk en vaderland.


Natuurlijk is het vanuit economisch-toeristisch oogpunt geweldig dat de schans Bourtange hersteld is naar zijn oorspronkelijke staat, maar cultuur-historisch kun je er vraagtekens bij zetten. Ook verval is een tijdgeest.

Na Bourtange door Oude- en Nieuwe Schans, ook weer met herkenbare resten van hun verdedigingsfunctie tijdens de tachtigjarige oorlog en dan op naar het Reiderland. Toch weer een heel andere streek. Gevormd door ettelijke overstromingen van de Dollard. Klei-ig, plat en winderig. Uitgestrekte aardappelakkers, en weilanden zover het oog kan reiken. Het was prachtig weer die dag. Volop zon. Maar in December kan het juist daardoor koud zijn. Dat was het dus ook. Tegen drie-en kwamen we aan in Nieuwe Statenzijl. Bovenste puntje van de oost-grens met Duitsland. Tegen de Dollard aan. Prachtig uitzicht. En zowaar schiep de zon speciaal voor ons een dubbele halo. Eentje voor Herman en eentje voor mij. Omdat we zo hebben afgezien. Maar ja het ergste moest nog komen...

Zo was het zomaar kwart over drie. En we moesten nog ruim 50 km terug fietsen. Tegen de wind in. En het begon te vriezen. Door al het geklets onderweg, en het aldoor zo nodig moeten stoppen voor weer een uniek fotootje, en door al die plaspauzes door kou dat slaat op de blaas waren we de tijd vergeten. Hoe dom kun je zijn! Dus extra kleding aan, en fietsen maar. Tempo! Al vrij snel misgereden. Fietspad werd zandpad. Andere route dit keer. Om sneller thuis te zijn. Via Onstwedde nu, Mussel en Musselkanaal. Gang erin. En de tijd vloog voorbij. Het begon te schemeren. En het schemer werd donker. En dan komt het aan op pure lijfsbehoud. In Wedde schoten we een onooglijk fietsenwinkeltje binnen waarbij de bejaarde fietsenmaker ons op een allervriendelijkste manier te hulp schoot. Ook omdat we hem in het vloeiend Gronings toespraken. Daar had hij lol in. Twee witte batterijlampjes had hij nog die hij bevestigde met tie-raps.

Buiten gekomen was het inmiddels donker. We moesten gang minderen om goed naar het wegdek van weg en fietspaden te kunnen turen, alert op gaten, sleuven, opvriezend nattigheid of rondslingerende blikjes of wat dan ook.


Kijk, Herman is een doordouwer. Je kan zien dat hij marathons heeft gelopen. Stug doorgaan in hetzelfde tempo, nergens door af te laten leiden, en blik op oneindig. Dat was ongeveer anderhalve meter in het donker. Persoonlijk had ik het schijtsbenauwd. Voorbijscheurende auto's, tegenliggers, ijs op de weg. Ongetwijfeld hebben die lampjes onze levens gered.


Gelukkig kwamen we veilig aan in Ter Apel, fietsen en rugzakken snel in de auto geflikkerd, verwarming op z'n hoogst, blower op vol en zo snel mogelijk naar huis.


Prachtige rit. Heerlijk! Heroisch!


© kasper wubbels 18/12/2021